Afgelopen maand zorgde BYD voor veel ophef met hun nieuwste innovatie: een snellader die in slechts vijf minuten een EV-batterij kan opladen tot een bereik van 470 km. Zéér indrukwekkend, toch? Maar de grote vraag is: hebben we dit écht nodig?
Is ultrasnel laden een gamechanger?
Op het eerste zicht lijkt dit een revolutionaire doorbraak, maar hoe vaak hebben EV-rijders echt een laadsessie van vijf minuten nodig? De meeste bestuurders hebben al een vaste laadroutine die ze combineren met andere activiteiten, zoals:
Zelfs bij een traditionele brandstofauto duurt een tankbeurt gemiddeld tussen de 10 à 15 minuten. Moeten we dan echt streven naar laadtechnologie die nóg sneller is?
De impact op het stroomnet
Een ander belangrijk punt is de infrastructuur die nodig is om zulke krachtige snelladers van voldoende stroom te voorzien. Dit zou een enorme belasting op het elektriciteitsnet veroorzaken. Is dat een investering waard als de meeste bestuurders prima uitkomen met snelladers die binnen 10-15 minuten voldoende energie leveren? Die afweging moet zeker gemaakt worden.
Toch heeft deze innovatie een positief effect op de markt. BYD zet concurrenten onder druk om snellere DC-laders te ontwikkelen. We zien dan ook steeds meer fabrikanten die zich wagen aan deze technologie. Misschien zelfs Blitz Power binnenkort?
Thuisladen: Slimmer is beter dan sneller
Voor thuisgebruik blijft slim laden de beste keuze. Hoewel snelladen handig lijkt, brengt het ook hogere kosten met zich mee. Daarom is een slimme thuislader een verstandige investering: je laadt op wanneer de energieprijs het laagst is en vertrekt volgeladen én voordelig op je volgende roadtrip.